Opstart van de werkstraf
De rechter spreekt de veroordeling tot een werkstraf en het aantal te presteren uren uit. Hij bepaalt ook een vervangende straf die zal worden toegepast wanneer de veroordeelde niet alle uren presteert (gevangenisstraf of geldboete).
De justitieassistent roept de werkgestrafte op voor een gesprek in het justitiehuis van de verblijfplaats van de werkgestrafte. De justitieassistent legt het verloop van de werkstraf uit en hij onderzoekt de kwalificaties, de capaciteiten, de bestaansmiddelen, de verplaatsingsmiddelen en de beschikbaarheden van de veroordeelde. De justitieassistent kan de ondersteuning vragen van een omkaderingsdienst Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen (dienst AGM). De justitieassistent of de dienst AGM neemt contact op met de prestatieplaats waar de werkgestrafte mag werken.
De "geschikte" veroordeelde voor de "geschikte" prestatieplaats
De justitieassistent of de dienst AGM organiseert een ontmoeting tussen de gekozen prestatieplaats en de werkgestrafte. De praktische details worden besproken (soort activiteit, agenda, uurregeling, werkkledij ...).
De werkgestrafte, de verantwoordelijke van de prestatieplaats, de justitieassistent (en de dienst AGM) ondertekenen de overeenkomst.
Uitvoering werkstraf
De werkgestrafte werkt volgens het afgesproken uurrooster.
De prestatieplaats informeert de justitieassistent of de dienst AGM over het verloop van de werkstraf en de eventuele moeilijkheden.
In geval van problemen bezorgt de justitieassistent verslagen aan de probatiecommissie.
De probatiecommissie neemt beslissingen (bv. veranderen van prestatieplaats, afsluiten van het dossier en overmaken van het dossier aan het openbaar ministerie).
Einde werkstraf
Ofwel voert de veroordeelde alle uren uit. De werkstraf wordt afgesloten.
Ofwel voert de veroordeelde niet alle uren uit. De probatiecommissie kan het dossier terugsturen naar het openbaar ministerie. Het openbaar ministerie beslist of het de vervangende straf al dan niet, of gedeeltelijk, toepast.